In de vakantie zijn alle kinderen gegroeid; lichamelijk, op sociaal en emotioneel gebied. Er hebben zich leuke en misschien ook minder leuke dingen voorgedaan die invloed hebben op het kind. Elke groep begint daarom in meer of mindere mate opnieuw in een ander leerjaar. Groepen die starten doorlopen altijd een aantal fases. Dat is overal zo, dus ook in je schoolklas. In deze fases bepalen jij als leerkracht en je leerlingen bewust en onbewust hoe de groep zich zal gaan gedragen. Door je goed voor te bereiden kun je het groepsproces gunstig beïnvloeden. Dat is handig, want dat betekent dat je na een tijdje een positieve, goed werkende groep hebt. En in een goed werkende groep met een fijne sfeer heb je minder kans op probleemgedrag.
Fase 1: Forming
Je klas is in deze fase vaak nog rustig, afwachtend. Dat komt omdat de leerlingen elkaar nog niet goed kennen, of omdat ze niet weten of alles wel bij het oude is gebleven. De kinderen zijn vooral bezig met zichzelf en hoe ze overkomen op de anderen. Deze fase start vanaf de eerste schooldag en duurt één à twee weken.
Jij als leerkracht – zorgt voor veiligheid:
Denk vooraf goed na over de indeling van je klaslokaal. Is het overzichtelijk, liggen alle materialen klaar en heeft ieder kind een passende plek?
Zorg dat je elk kind ziet wanneer het binnenkomt. Een hand, een korte vraag of opmerking; dit contact is heel belangrijk. Je hebt zo ook vaak snel in de gaten wanneer er iets aan de hand is met een leerling.
Ken je vanuit de overdracht enkele kinderen wel maar ook enkele kinderen niet; kies er dan voor om te doen alsof je nog geen enkele naam kent, zodat ieder kind een nieuwe start kan maken. Stel jezelf op de eerste dag voor, en de leerling noemt zijn of haar naam. Zo kan de leerling zelf aan je vertellen wie hij of zij is!
Fase 2: Norming
Deze fase heeft alles te maken met normen, regels en gedragsverwachtingen. Daarom start deze fase ook al vanaf dag één van het schooljaar. Jij als leerkracht zorgt er voor dat positieve normen meteen gesteld worden en werkt samen met de kinderen aan klassenregels en –afspraken.
Jij als leerkracht – zet de toon:
Vanaf dag één is het belangrijk dat je de kinderen vertelt wat de routines, regels en afspraken in de klas, op de gang en in andere gebruikersruimtes zijn. Doe dit ook met de regels waarvan je veronderstelt dat je leerlingen ze kennen. Regels kunnen in de zomervakantie ver weggezakt zijn en het is niet voor ieder kind een vanzelfsprekendheid dat de regels die vorig jaar golden, ook nu van toepassing zijn.
Stel positieve gedragsverwachtingen; wat wil je zien? Oefen met de kinderen het gewenste gedrag, dan onthouden ze het vaak beter. Hang je regels en afspraken in de klas, dan kan iedereen ze zien.
Bekrachtig het gewenste gedrag, dan laten kinderen het sneller weer zien. Wees ook duidelijk in welk gedrag je niet wil zien. En geef als leerkracht zelf het goede voorbeeld. Zo wordt je klas een veilige plek voor iedereen!
Fase 3: Storming
Je leerlingen weten na enkele weken wat ze van jou en de andere kinderen kunnen verwachten. De grenzen van de eigen veiligheid zijn verkend en nu kunnen ze zich gaan profileren. Je zal merken dat sommige kinderen nu meer op de voorgrond gaan treden; “mijn mening moet gehoord worden, ik ben er ook.” Je merkt dat je groep in deze fase rumoeriger is. Er ontstaan sneller botsingen, onenigheid of ruzietjes omdat kinderen zoeken naar hun plek in de groep. Wees gerust, in de periode zo tot aan de herfstvakantie hoort dat bij deze fase van de groepsvorming.
Jij als leerkracht – bent nabij en begeleidt:
Als je je bewust bent van het gegeven dat deze fase in elke groep in meer of mindere mate aan de orde is, kun je daar snel en adequaat op inspelen. Schrik niet van conflicten tussen kinderen, maar bespreek ze. Laat merken dat conflicten bij het leven horen en zoek samen naar passende oplossingen. Maak bijvoorbeeld samen met je leerlingen een stappenplan, dat kan helpen bij het oplossen van onenigheid. (Download hier een voorbeeld van zo’n stappenplan.)
Geef als leerkracht sturing aan de conflictoplossing. Het is soms onvermijdelijk dat dit bij jezelf ook (negatieve) emoties oproept, maar laat deze niet merken aan de leerlingen. Reageer duidelijk en neutraal. Geef daar waar mogelijk ruimte aan leerlingen om het met elkaar op te lossen. Op die manier ben je nabij als het nodig is en geef je de leerlingen je vertrouwen om het zelf te doen waar het mogelijk is.
Fase 4: Performing
Je groep is gevormd en kan met elkaar werken, de introductieperiode is voorbij. Deze fase start bij een groep die echt nieuw is, na ongeveer twee maanden. Bij een groep die elkaar al kent kan deze fase al na twee weken ingaan. Je merkt dat er meer rust is in de groep, de kinderen weten wat ze aan jou en elkaar hebben. Houd er wel rekening mee, dat wanneer je groepssamenstelling tijdens het schooljaar verandert, het zo kan zijn dat je klas terugkeert naar een voorgaande fase.
Jij als leerkracht – blijft zichtbaar en betrokken:
Blijf het hele schooljaar inzetten op een goede professionele relatie met elk kind. Zo voelen je leerlingen zich gezien en weten ze wat ze aan je hebben. Herhaal je positieve gedragsveranderingen regelmatig en bekrachtig het gewenste gedrag. Dit vraagt een constant onderhoud om de sfeer prettig te houden.
Neem ook eens de tijd om te gaan zitten en je leerlingen en groepsdynamiek van je klas te observeren. Dit levert je waardevolle informatie op die richting kan geven aan je handelen. Een goed werkende groep vergt gedurende het hele jaar onderhoud en jij bent daarin als leerkracht onmisbaar!
Wij wensen je een goed begin van het nieuwe schooljaar!